VITABERNA

 

 


Pastoraal atelier

Levoland 

Relimarkt

Bronnenmagazijn

 

DOMKOP OF WIJSNEUS
De symboliek van de uil door de eeuwen heen

Een nachtvogel. Zo staat de uil te boek. Geroemd en verguisd, geassocieerd met wijsheid of met onheil, hekserij en domheid. Hallo, mijnheer de uil, waar breng je ons naar toe? Een korte reis door fabeltjesland.

Net zoals de zeldzame sneeuwuil in Zuid-Limburg (begin dit jaar volop in het nieuws), zijn spreekwoorden en gezegden over uilen niet dik gezaaid. Maar dié er zijn, spreken boekdelen. Zo hebben volgens een duizend jaar oud Ijslands gezegde 'jonge kinderen scherpere ogen dan een uil van tien winters oud'. 'Zo zat zijn als een uil' duidt erop dat de uil met dronkenschap werd verbonden. Of je hoort wel eens dat 'elk zijn uil een valk meent te zijn', waarmee bedoeld wordt dat ieder het zijne voor iets voortreffelijks houdt. En als ze zeggen dat je uilen naar Athene aan het dragen bent, kun je maar beter ophouden met je werk: het is blijkbaar toch nutteloos. Waarschijnlijk hadden ze er in Athene genoeg, zodat het geen zin had er nog meer de stad in te sjouwen. Want voor de oude Grieken was de uil het symbool van de stoutmoedige wijsheid. Daarom vereerden ze hem in Griekenland als de vogel van Pallas Athene (Minerva) en stond zijn beeltenis op de zilveren munten van de stad afgebeeld. Afbeeldingen die overigens ook teruggevonden zijn op Judeese zilveren munten uit de vierde eeuw. En wat prijkt er op de muntzijde van de nieuwe Griekse 1 euro-munt? Juist: een uil!

Schreeuw van het lijkenhoentje

In China en Japan stond de uil vanwege het geloof dat hij zijn moeder de ogen uitpikte, symbool voor ondankbaarheid jegens de ouders. In het hindoeïsme is hij het attribuut van de god van de onderwereld, waar dood en verderf heerst. En in het Westen offerden de Etrusken slaven en krijgsgevangenen aan hem. In onze tijden spreekt men in Duitsland nog steeds van het 'lijkenhoentje', waarmee verschillende kleine soorten uilen worden aangeduid, die door hun schreeuwen in de buurt van het huis van een zieke diens spoedige dood aankondigen. "Als het uiltje schreit, is de dood niet meer wijd."Ook bij een aantal Indianenstammen was de uil een voorbode van naderend onheil; daarom probeerden zij zich met amuletten waarin een afbeelding van een uil zat, te beschermen tegen duisternis en blindheid; bovendien voorkwamen zij er een te sterke binding met het zintuiglijke mee. Hun talismannen in de vorm van een uil bevorderden helderziendheid en de ontwikkeling van een zesde zintuig.

In de mythologie heeft de uil steeds een prominente rol gespeeld; we treffen hem in vele Afrikaanse, Amerikaanse, Aziatische en Europese verhalen aan, – ook recente, zoals in de boeken van Harry Potter!

"De Grote Zaal stroomde 's ochtends vol met uilen, zoals gewoonlijk, maar iedereen keek naar een lang, dun pak dat werd gedragen door zes grote oehoes. Harry, die net zo nieuwsgierig was als de anderen, zag tot zijn verbijstering dat de uilen plotseling neerdaalden en het pak bij hem op tafel gooiden, zodat zijn spek op de grond viel. Ze waren nog maar nauwelijks weggefladderd toen een andere uil een brief op het pak liet vallen."

(uit: Harry Potter en de steen der wijzen, blz. 122)

Vanwege z'n grote ogen stond hij symbool voor de Grote Moeder. Omdat hij voornamelijk 's nachts in heilige wouden actief was, kenden de Kelten hem bijzondere vaardigheden toe. In de Welshe literatuur is de uil dan ook vaak terug te vinden, net zoals in de heraldiek, waar hij voor wijsheid en kennis stond. Dit positieve beeld vinden we ook terug in het beeld van de uil als symbool voor beschermd landschap of (al dan niet met de doctorsbaret) zittend op boeken.

Hoofdzondaars

Hoewel mijn exemplaar inmiddels bijna vijftig jaar oud is, blijft Timmers' Symboliek en iconographie der christelijke kunst natuurlijk een geliefde en veilige gids om de symboliek in de christelijke kunst wat na te pluizen. Het blijkt er dan niet zo best uit te zien voor onze uil. Want de uil staat meestal symbool voor de duivel en speciaal voor de demon van gierigheid: een van de zeven hoofdzonden (Timmers, 755). Of hij is – omdat hij het licht niet verdragen kan en het niet ziet - het symbool van synagoge en jodendom (Timmers, 838). Daarom wordt de uil dan ook door de andere vogels bespot en vervolgd op een kapiteel in de 13e eeuwse kathedraal van Le Mans. De Bibliothèque National in Parijs bezit een manuscript uit ongeveer 1400 dat de zeven hoofdzonden in beeld brengt, ieder voorzien van een of meer attributen en zittend op een symbolisch rijdier. Luiheid heeft het voorkomen van een boer, die op een ezel zit en een uil als attribuut draagt (Timmers, 1268). En de Italiaanse schilder Giotto stelt de toorn (eveneens een van de zeven hoofdzonden) voor als een vrouw die haar kleren verscheurt; onder haar attributen bevindt zich onder andere een uil (Timmers, 1277).


Ongeluksvogels

De opmerkelijke gedaante en nachtelijke roep van de uil hebben vele eeuwen door aanleiding gegeven tot allerlei fabels, waarin uilen tot vliegende demonen werden die onheil aankondigden. Omdat ze geen nest bouwen, maar hun eieren in ruïnes en hoeken van daken leggen, symboliseren zij verval en verwoesting. In het oude Babylonië bijvoorbeeld ging de uil door voor een demonische vogel die ongeluk bracht. In het bijbelboek Jesaja – in het hoofdstuk waar de verwoesting van Babylon wordt aangekondigd – staat dan ook te lezen dat in de burchten van de stad hyena's en jakhalzen huilen, dat in de huizen saters ronddansen en dat de huizen 'vol uilen' zitten (Jes. 13, 21-22). Geen wonder dat in de bijbelse traditie uilen tot de onreine vogels gerekend worden, die niet gegeten mogen worden: de kort- en langooruil niet, de steenuil niet, de witte uil niet, en ook de oehoe niet (Leviticus 11, 16-18 en Deuteronomium 14, 15-17). Weet dus waarmee je bezig bent, als je dit nummer van Oehoe aan het verslinden bent!


Grensgeval

In de Middeleeuwen zagen veel manuscripten het licht die allerlei symbolische voorstellingen probeerden te verduidelijken. Voor een deel werden hierin motieven beschreven die al heel lang bekend waren, voor een ander deel werden bepaalde motieven 'uitgevonden' aan de hand van klassieke of eerdere middeleeuwse teksten. Deze geschriften leidden tot een groot aantal voorbeelden, maar brachten ook veel verwarring teweeg omdat bepaalde dingen hele verschillende betekenissen konden hebben. Het werd extra moeilijk om al die symbolen goed te verstaan, zeker wanneer die betekenissen tegenstrijdig waren. Zo kon de uil zowel het symbool zijn van wijsheid als van domheid. Uit de late Middeleeuwen dateert trouwens ook het gebruik om het leven in te delen in perioden van 10 jaar. De periode tussen het 80e en 90e levensjaar werd gesymboliseerd door de uil (Timmers, 1597). Ook met deze symbolisering van een levensfase kunnen we twee kanten op: enerzijds kun je dat associëren met wijsheid en ervaring, anderzijds kan het ook te maken hebben met verval en naderend levenseinde.

Wellustige uilen
Wie goed kijkt, ziet dat het in het werk van de laat-middeleeuwse Bossche kunstenaar Jeroen Bosch (ca. 1450 –1516) wemelt van uilen. Bosch mag gerekend worden tot de meest fantasierijke kunstenaars van zijn tijd. De meeste kunsthistorici noemen hem een doemdenker. Grondthema van zijn werk is de zondigheid en uitspattingen van de mens die maar tot één eindbestemming kunnen leiden: hel en verdoemenis. Laten we eens kijken naar wat beschouwd wordt als het hoofdwerk van Bosch: de Tuin der Lusten, een drieluik van rond 1500. Bosch heeft er zijn nachtmerrie van het menselijk bestaan mee willen uitbeelden en aantonen wat de kwalijke gevolgen zijn van zinnelijk genot en lust, hoe vergankelijk het is en waartoe het leidt. Op het drieluik zijn minstens vijf uilen te tellen.

Op het linkerpaneel zien we een paradijselijke situatie, met dieren als giraf en olifant (waarschijnlijk heeft Bosch deze nooit gezien) en vreemde creaties (zoals de driekoppige vogel, onderaan bij vijver). Geen verboden vruchten, maar wel allerlei exotisch fruit; de boom met de 'verboden vrucht' staat halverwege rechts, met de slang om de stam geklemd. Verder zien we beesten die elkaar opeten: kat eet rat, vogels verzwelgen padden en kikkers, leeuw eet hert. Middenin staat, omgeven door water en met edelstenen op de rotsen eronder, de levensfontein. Onderin de bol een uil: vertegenwoordiger van hekserij.

Wellust en genot zijn op het middelpaneel prominent aanwezig. Badende (blanke en zwarte) vrouwen in een poel (tussen de twee 'woonbollen' een uil), gevoed door vier stromen water (de vier uithoeken der aarde?), daaromheen paardrijdende mannen, grillig gevormde rotsblokken, allerlei vruchten zoals aardbeien, frambozen en druiven. De sensualiteit en seks druipen er van af. Rechts onderin Adam, de enige zonder adamskostuum. Rechts en links iets onder het midden aan beide zijden een uil. Centraal in het midden: een ruiter met een ei op zijn hoofd, teken van de broosheid van het menselijk plezier. (Zou dat soms de symboliek geweest zijn van de net vóór kerst her en der in ons gebouw neergelegde eieren? Zouden daar mettertijd uilskuikens uit te voorschijn moeten komen? Of waren zij de vroege voorboden van Pasen? Eieren als symbool van vitaliteit en innovatie, dat spreekt me meer aan.)

En dan tenslotte, rechts. Bovenin het gruwelijk visioen van de hel: een en al zwavel en vuur. Een lemmet van een mes tussen twee oren. Vreemdsoortige dieren. Een naakte soldaat op een spies, de andere opgegeten door draken. Duivels die op zondaren inhakken. Reusachtige muziekinstrumenten (symbolen van liefde en wellust) met gekruisigde figuren. Rechtsonder een vogelachtig schepsel (met een pan op het hoofd) dat mensen opeet en uitpoept: de straf van de gulzigaards. Geen uilen op dit paneel, maar het is ook allemaal al erg genoeg.

Opgepoetst imago
Het dubbele beeld van de uil (symbool van wijsheid én domheid) wordt ook in hedendaagse literatuur nog eens bevestigd. Zo schrijft Michael Connelly in zijn roman Donkerder dan de nacht dat de afbeelding van de uil in vroeger tijden "de vijand van onschuld, de duivel zelve, heiden, excessief gedrag, dood, ongeluk, de vogel van de duisternis en als laatste de kwelling van de menselijke ziel tijdens zijn tocht naar de eeuwige verdoemenis, het symbool voor gramschap en afstraffing van het kwaad" was (p. 69). Connelly constateert echter dat de hedendaagse symboliek duidelijk is: de uil staat voor wijsheid, waarheid, kennis en hij is in staat het grotere geheel te zien; een nachtkijker, die ondanks het donker de waarheid ziet en deze daardoor ook begrijpt. Zijn conclusie luidt dan ook dat onze gevederde vriend zijn imago wel degelijk heeft opgepoetst, want vroeger werd hij gezien als een pure slechterik (p. 68). Of moeten we misschien zeggen, met de tragische dood van de eerder genoemde sneeuwuil in Zuid-Limburg nog in het geheugen, dat niet de uil maar de mens dwaas is?

LITERATUUR

Bertholet/H. Freiherr von Campenhausen, Van Goor's Encyclopedisch Woordenboek der Godsdiensten, Van Goor Zonen, Den Haag, 1970, lemma 'uil'.

Michael Connelly, Donkerder dan de nacht, De Boekerij, Amsterdam, ISBN 90-225-2846-4.

R. Cumming, Een andere kijk op kunst, Deltas, 1995.

W. Gerlach, Lexicon van het bijgeloof, Bakker, Amsterdam, 2000.

S. Heinz, Keltische symbolen, Verba, Hoevelaken, 2000.

M.J. Koenen/J. Endepols, Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal, Wolters, Groningen, 1960, lemma 'uil'.

J. v. Laarhoven, De beeldtaal van de christelijke kunst; Geschiedenis van de iconografie, SUN, Nijmegen, 1992, p. 273.

F. Nelson, Talismannen en amuletten, Verba, Hoevelaken, 1999.

J.K. Rowling, Harry Potter en de steen der wijzen, De Harmonie/Standaard, Amsterdam/Antwerpen, 1998, 200017, p. 101.

B. Reicke/L. Rost, Bijbels-historisch woordenboek, Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen, 1969, dl. V, lemma 'uil'.

J.J.M. Timmers, Symboliek en iconographie der christelijke kunst, Romen & Zonen, Roermond- Maaseik, 1947.

Ch. de Tolnay, Hiëronymus Bosch; Het volledige werk, ICOB, Alphen a.d. Rijn, 1984.

Tilly van Uffelen, Niet de uil maar de mens is dwaas, in Brabants Dagblad 16 januari 2002.

Internetsite www.boschuniverse.org

 

Terug naar overzicht